Vakantie: Moskou – Peking, dag 9

Weer een korte nacht, de wekker gaat om half zeven want als het goed is komen we half acht aan in Ulaan Baatar. Het wordt half negen.
Mongolie is vele malen groter dan Nederland, maar er zijn er maar 2.5 miljoen inwoners waarvan een miljoen in de hoofdstad Ulaan Baatar wonen. Als we na een ontbijt en geld wisselen (1500 Turuk voor 1 euro, er is zelfs nog muntgeld van onder de 1 Turuk) met in totaal 46 Nederlanders op weg gaan naar ons verblijf, zien we voor het eerst iets van het mongoolse leven. Het is een arm land en dat merk je aan bijvoorbeeld de infrastructuur: slechte tot zeer slechte wegen, en werkelijk overal ligt afval. Aan de buitenkant van de stad wisselen tenten en stenen huisjes elkaar af, het wonen in de zogenaamde ger-tenten is de traditionele manier van wonen. Een deel van de tenten heeft electriciteit, en her en der zie je satellietschotels naast een tent staan.
Buiten de stad worden de wegen nog slechter – en je moet nog tol betalen ook; gelukkig houdt de rotzooi langs de weg op (behalve in de buurt van dorpjes). De omgeving is heuvelachtig en redelijk groen met hier en daar plukken bomen.
Traditionele mongolen zijn nomaden, ze trekken met hun vee en tenten naar de gebieden waar genoeg gras is voor hun vee; ze trekken rond met paarden, koeien, schapen, geiten en yak’s – een soort langharige koeien. Daarnaast wordt veel kolen, koper en andere mineralen gedolven en geexporteerd, daar haalt het land aardig wat inkomsten mee binnen.

Na ruim een uur hobbelen in de bus komen we bij ons verblijf aan, het is een kamp dat is opgezet door de reisorganisatie Tiara Tours, we slapen met zijn allen in twee- en vier-persoons ger-tenten. De tenten zijn erg ruim van binnen, ze zijn rond en dat geeft veel ruimte. Er staan 4 traditionele bedden in, en nog wat meubulair zoals een tafel, wat krukjes en een hout-gestookte kachel. Sanitaire voorzieningen zijn in een centraal stenen gebouwtje, een grote tent is ingericht als restaurant; alles is prima in orde.

Aan het eind van de dag worden we meegenomen naar een rots in de vorm van een schildpad, ik ben niet echt onder de indruk; vervolgens zijn we naar een boeddistisch meditatiecentrum gebracht, dat wil zeggen dat de bus ons over een onmogelijk weggetje een heel eind brengt, en dat we het laatste stuk moeten lopen. Het meditatiecentrum ligt op een helling, eenmaal aangekomen heb je een prachtig uitzicht over het heuvellandschap. In de verte hoorden we een sopraan zingen, later zagen we haar zitten en zijn we er even naar toe gelopen, het is ongelofelijk hoe het geluid vanaf die plek door de bergen heen klinkt.
Als laatste zijn we op bezoek geweest bij een nomadenfamilie, iedereen had enige moeite om zomaar een tent binnen te lopen, maar uiteindelijk zaten we met een grote groep in een cirkel rond de kachel. Wij konden via de reisleidster vragen stellen aan de familie en omgekeerd, na afloop was er nog een fotosessie waarvoor de familie zich eerst nog even snel omkleedde.

De dag werd afgesloten met een maaltijd in de restaurant-tent en een paar glazen lekkere Mongoolse Chinghhis vodka.

[smugmug url=”https://fotos.sietse.nl/hack/feed.mg?Type=gallery&Data=15716802_q24vj&format=rss200″ imagecount=”100″ start=”1″ num=”100″ thumbsize=”Th” link=”lightbox” captions=”true” sort=”true” window=”false” smugmug=”true” size=”M”]