Wanneer de Amerikanen begin 2003 Irak binnenvallen, geloven zij nog werkelijk daar de beruchte ‘Weapons of mass destruction’, massavernietigingswapens, aan te treffen. Roy Miller (Matt Damon) heeft de leiding over een legereenheid die belast is met de taak om deze massavernietigingswapens op te sporen.
Miller en zijn team hebben aanwijzingen dat deze wapens zich ergens in de woestijn buiten Bagdad bevinden. Wanneer de eenheid in Irak op pad gaat, vinden zij al snel de ene na de andere tegenslag op hun pad. Zo is er de schofterige majoor Briggs (Jason Isaacs), die Miller en zijn mannen het gras voor de voeten wegmaait. Daarnaast ondervindt Miller veel tegenwerking vanuit Amerika van de snode Clark Poundstone (Greg Kinnear). Deze man werkt dan weliswaar bij het Pentagon, het lijkt er al snel op dat hij een verborgen agenda heeft – vol punten waar hij pas aan kan werken als Miller uit de weg geruimd is.
‘Green Zone’ is na de tweede en derde Bourne-film de derde samenwerking tussen Matt Damon en regisseur Paul Greengrass. Wederom staat het tweetal garant voor grensverleggende actie met baanbrekend camerawerk.
De film is losjes gebaseerd op het boek ‘Imperial Life in The Emerald City’. Hierin beschreef Washington Post-journalist Rajiv Chandrasekhar zijn ervaringen in de centrale Groene Zone van Bagdad. Aanvankelijk zou ‘Imperial Life in The Emerald City’ ook de naam van de film worden, maar aangezien dit niet zo lekker bekt werd dit veranderd in het iets kortere ‘Green Zone’.
Green Zone krijgt een 7; op zich een leuke oorlogsfilm, snel, maar onwerkelijk.