Vincent heeft vandaag een aantal afspraken – dat is immers het doel van deze reis; ’s ochtends gaat hij met iemand mee op locatie kijken en ’s middags schuiven we aan bij een man die vanalles hier in Estland voor het koor moet regelen.
Terwijl Vincent ’s ochtends dus op stap is pak ik mijn fototoestel en maak ik een wandeling. Ons hotel staat in het oude gedeelte van de stad, een prachtig gebied met mooi gebouwde en gekleurde huizen; vlakbij is een heuvel, daar loop ik naar toe en via een stel trappen kom ik op de heuvel terecht. Het uitzicht is prachtig, over de oude stad heen zie je de Oostzee liggen. De gebouwen op de heuvel zijn al even mooi.
Vorige week vroor het hier ’s nachts nog 27 graden, nu dooit het hier net met als gevolg dat de stoepen en straten slecht begaanbaar zijn door ijs en sneeuw. Het blijft dus uitkijken, ik ben overeind gebleven maar heb toch wel wat schuivers gemaakt op de ijsplaten die het er der op de stoepen en straten liggen. De boel ijs- en sneeuwvrij houden valt zeker niet mee.
Na de luch heeft Vincent een bespreking met Ülo, de man die veel dingen voor het koor moet gaan regelen zoals een ruimte voor een optreden en een busreis naar een andere plaats waar het koor ook gaat zingen; ik zit er ook bij. Ülo blijkt dit soort dingen wel vaker te doen en hij zal het nu ook wel kunnen; hij schreef alleen niks op, Vincent zal alle afspraken met hem via mail bevestigen want anders is het maar de vraag of het goed komt.
De eerste taal in Estland is Ests; daarnaast spreekt ongeveer iedereen Russisch. Mensen waar wij mee te maken hebben, zoals hier in het hotel en in restaurants, spreken ook uitstekend Engels. Het Ests is verwant met het Fins en het Hongaars, maar doordat het Hongaars een andere kant op is ontwikkeld kunnen Esten en Hongaren elkaar niet meer verstaan. Esten en Finnen daarentegen nog wel.