O, wat ging de wekker vanmorgen weer vroeg. Op vakantie gaan is leuk, maar het blijft een marteling om voor dag en dauw uit je bed te moeten om een vliegtuig te halen.
We gaan weer naar Tallinn. ‘Weer’ omdat we drie maanden geleden ook al in Tallinn waren, toen om vooronderzoek te doen voor het koor Panchanter waar Vincent in mee zingt. Het koor bestaat 30 jaar en dat moet gevierd worden; zoals je waarschijnlijk al kunt bedenken gaat dat gebeuren in Tallinn, hoofdstad van Estland. Waarom de keuze op Tallinn voor dit lustrum is gevallen, is ook nog goed te begrijpen: Tallinn is in 2011 culturele hoofdstad van Europa.
Op Schiphol aangekomen zien we al snel de eerste medereizigers. De totale groep die naar Estland gaat bestaat uit 39 personen (koorleden plus aanhang) die in vier grote groepen reizen, naast een aantal die individueel al wat eerder gegaan zijn. Het lukt niet om in één keer voor zo’n grote groep een vlucht te regelen, als je dat probeert dan gaat plotseling de prijs flink omhoog. De truc om voor een grote groep online vliegtickets te bestellen, zonder dat de prijs omhoog schiet, blijkt te zijn: de groep splitsen en via verschillende aanbieders en vluchten richting bestemming zien te krijgen.
Vincent en ik zitten samen met nog een stuk of 10 anderen in de eerste groep en bij de incheckbalie kunnen we beginnen met ‘Hee, leuk je weer te zien!’. Koffers afgeven, niet langs de douane (Estland hoort helemaal bij de EU), en een prima vlucht naar Tallinn.
We hadden het al gezien – het is heet in Tallinn, 30 graden. Eenmaal uit de taxi moesten we in de hitte nog een stuk met de koffer zeulen om bij het hotel te komen, dit omdat de binnenstad afgezet is vanwege allerlei culturele activiteiten deze week. Warm dus in de stad, wat een verschil met 3 maanden geleden toen hier nog enorme sneeuwhopen lagen. En overal zijn terrasjes gebouwd, die waren er toen ook nog niet; erg mooi allemaal.
Na het inchecken pakken we even een biertje op het terras voor de deur van het hotel, en maken daarna nog een heerlijke wandeling door de stad. Drie maanden geleden vond ik het al prachtig, nu is het zo mogelijk nog mooier door de vele terrasjes en activiteiten die plaats vinden. Het is een feest der herkenning, alle leuke plekjes en uitkijkpunten zijn er nog. Bij één van die uitkijkpunten stond toen een iglo waar je een warm drankje kon kopen, nu is het een terras met parasols waar je iets verfrissends kunt krijgen.
In de loop van de dag komen allerlei plukken mensen van het koor en hun aanhang aan; het begroeten kan nog even doorgaan.
’s Avonds om half tien is de officiële start van het Panchanter lustrum met een drankje in de bar onder het hotel; de dirigent Wim komt als laatste binnen met zijn vrouw omdat zij op de laatste vlucht zaten, en wordt in stijl (zingend dus) binnengehaald.