Chauffeur Nanang wilde om 8 uur met ons op stap, dat is ons te vroeg en na enig onderhandelen komen we op 10 uur. Eerst naar een vulkaan 30km ten noorden van Bandung, dan een theefabriek bezoeken en daarna nog zwemmen in heet bronwater.
Het is een rit van bijna anderhalf uur, eerst door de stad waarbij we nog allerlei Nederlandse huizen uit de koloniale tijd zien. Ook wordt de omgeving wat vriendelijker, veel meer (grote) bomen langs de wegen. Desondanks blijft het verkeer een chaos, het is een wonder dat we nergens ongelukken zien.
De vulkaan Tangkuban Parahu is zo nu en dan nog actief, het laatst nog in 2019. Je mag nu ook niet meer de krater in omdat er nog altijd giftige gassen ontsnappen. Ook bovenlangs ruikt je de stank, en je ziet de rookpluimen. Het is een bijzonder gezicht.
Wat minder leuk is de opdringerigheid van de verkopers en gidsen, het is lastig ze van je af te krijgen.
Anderhalve kilometer verderop is een stuk vulkanisch gebied waar je kunt pootje baaien in het hete modderige water. Dat hebben we gedaan maar ook steeds belaagd door mannen die je graag een modder massage willen geven.
Na het baaien terug naar Nanang die ons op staat te wachten.
Volgende stop is het bekijken van theeplantages en een bezoek aan de theefabriek. Maar dan gaat het mis, Nanang zet ons ergens uit de auto om een stukje te gaan wandelen. 20 minuten zei hij. Wij waren in de veronderstelling dat we 20 minuten moesten lopen om bij die fabriek te komen. We hebben steile wegen afgedaald en beklommen maar geen theefabriek gezien.
Toen bleek dat we even van het uitzicht hadden moeten genieten en na 20 minuten terug moesten zijn. We zijn een klein uur onderweg geweest.
Vervolgens werd duidelijk waarom Nanang ons om 8 uur op wilde halen: de werktijden in de theefabriek zijn van 8 ’s ochtends tot 2 ’s middags, en wij kwamen om 2 uur aanzakken. Dat bezoek ging dus niet door, en ach zo erg is dat nou ook weer niet. Bovendien zaten we wat krap in het geld, het bezoek aan de vulkaan had best veel geld gekost, zeker voor Indonesische begrippen. En ook hier bij de fabriek moest weer flink betaald worden.
Door naar het hete bronwater bad. Dat viel niet mee, de ingang die Nanang probeerde was gesloten. Toen via een bungalowpark er naar toe, het toeristenbad bleek gesloten. Er was ook nog een bad voor locals, of we dat erg vinden. Natuurlijk niet, liever naar het locals bad zelfs. Nanang praat even met wat mensen en regelt dat wij voor 6 euro per persoon in bad mogen èn een lunch krijgen. Dat is een prima deal.
Na het bad van 40 graden bezocht te hebben bestellen we saté, blijk je 10 stokjes per persoon te krijgen.
Terug in het hotel moeten we gelijk aan het werk: koffer inpakken en aan Nanang meegeven. Hij rijdt vannacht met de auto en onze koffers naar Yogyakarta, wij volgen morgen met de trein.
Net als gisteren lopen we naar de winkelstraat Braga om geld te halen en wat te drinken en te eten. Om een of andere reden (celebration day) mag dat niet buiten, we moeten binnen zitten. Het zij zo.