Van 2 tot en met 12 augustus is het feest in Indonesië bij het hindoeïstische deel van de bevolking. Galungan wordt twee keer per jaar gevierd, hierbij wordt de overwinning van het goed op het kwaad herdacht. De voorbereidingen zijn al dagen bezig, overal worden ‘penjors’ geplaatst. Een penjor is een metershoge versierde bamboestok (zie foto’s), het symboliseert welvaart en vruchtbaarheid.
Naast een strandwandeling, zwembad en cocktails wandelen we naar een tempel in de buurt, de Masceti tempel. Daar mogen we niet zomaar in, we moeten betalen voor toegang en we moeten een sarong om om onze blote benen te bedekken. In de tempel was van alles versierd en werden door mensen in het wit offers gebracht. Daarna verdwenen ze naar andere gedeeltes in de tempel waar wij niet mochten komen.
Morgen, als wij naar het vliegveld gebracht worden, is een dag van familiebezoek, ben benieuwd hoe druk het op de weg wordt. Onze chauffeur waarschuwde ons al voor de drukte.
Toen we van Singapore naar Jakarta vlogen zijn we de evenaar overgestoken. Daar heb ik eerst niet zoveel erg in gehad, maar toen we in Munduk zaten met het terras van onze villa op het westen, toen realiseerde ik me dat de zon vanaf rechtsboven, het noordwesten dus, naar beneden zakte. Dat is in Nederland toch echt andersom.
Nog een gek dingetje. Toen we in Jakarta rond liepen waren we er beide van overtuigd dat we her en der Nederlandse vlaggen zagen. Niets was minder waar, ons brein nam ons in het ootje. De Indonesische vlag is rood-wit, en ons brein weet daaronder zeker blauw te zien terwijl dat niet zo is.