Ons hotel is vroeger een landhuis geweest, en verbouwd tot toeristenhotel. De kamers zijn statig en groot; er is een soort openlucht binnenplaats en daar wordt het ontbijt geserveerd. We hadden al gelezen dat Cubanen geen geweldige koks zijn en dat klopt wel, geen bijzonder ontbijt: wat droog stokbrood en een omelet. Zout is er maar geen peper, Cubanen doen heel weinig met specerijen.
Grappig is wel dat een papegaai gezellig bij je tafel komt zitten op de leuning van een stoel (en zomaar uitwerpselen op de zitting deponeert). Vrouwen mogen hem aaien, als een man dat probeert wordt ‘ie boos.
We wandelen rustig wat door de buurt, prachtige pleinen en verwaarloosde gebouwen wisselen elkaar af, er is duidelijk onderscheid tussen wat voor toeristen bedoeld is en wat voor Cubanen. We hebben het Capitool bekeken, zijn door de hoofdwinkelstraat Obispo gewandeld, aan zee geweest en hebben op het plein bij de kathedraal een mojito gedronken.
Je moet je niet teveel bij de winkelstraat voorstellen, er zijn geen bijzondere dingen te koop. Ik wilde nog een geheugenkaartje kopen voor mijn fototoestel maar dat kan ik vergeten. Grotendeels lege schappen, in welke winkel dan ook, is erg normaal.
Ik sta op foto-ransoen, gezien de hoeveelheid ruimte die ik heb mag ik 60 per dag maken.
[smugmug url=”https://fotos.sietse.nl/hack/feed.mg?Type=gallery&Data=12240588_e9fvz&format=rss200″ imagecount=”100″ start=”1″ num=”100″ thumbsize=”Th” link=”lightbox” captions=”true” sort=”true” window=”false” smugmug=”true” size=”M”]