We hebben een uitje van de zaak in Snowworld Zoetermeer. Dat is wel bijzonder want het is +25 graden buiten en er ligt echte sneeuw op de piste in Snowworld. De hal wordt op een temperatuur van -7 graden gehouden, hoe warm het buiten ook is.
Er is keuze tussen een les skiën en een les snowboarden; skiën heb ik al één keer in mijn leven gedaan, dus tijd voor wat anders: snowboarden dus.
De eerste beslissing die je moet maken is: wil je met je linker been of rechter been voor? Ik heb geen idee, omdat ik vroeger linkshandig was (rechtshandig is mij aangeleerd) en nog steeds voor veel dingen links mijn primaire kant is, kies ik voor links-voor.
Op de piste begin je met het koud maken van de snowboard en daarna je voorvoet vastzetten op de plank. Eerst leren ‘lopen’ met de plank aan je been; daarna leren vallen: of je nou voorover gaat of achterover: handen op je borst leggen, niet gekruist maar tegenelkaar. Dit om te voorkomen dat je op je handen valt en daarbij een polsblessure oploopt.
Tot zover niks aan het handje. Nu met een soort lopende band naar halverwege de piste. ‘Ga maar zitten’ zegt de instructeur; daar heb ik niet zoveel zin in, dat gaat natuurlijk een natte kont opleveren. Maar ik kom er niet onderuit; je zult wel moeten om je tweede voet op de plank vast te maken. De eerste afdalingen gaat redelijk goed, recht naar beneden en stoppen; ook sprongetje maken en de punt van de plank aanraken, terwijl je naar beneden gaat, gaan redelijk.
Nu het echte werk: een bocht maken! De instrukteur vertelt: wijs naar de kant die je op wilt. Het idee is dat je je gewicht iets verplaatst en daardoor de bocht inzet. Dat gaat niet echt geweldig; in mijn geval moet ik een bocht naar rechts maken; ik sta dus met mijn linker been voor, ik wijs met mijn linker hand naar rechts en draai daardoor zodanig dat mijn rug langzaam richting de afdaling draait, en mijn voorkant de helling naar boven ‘ziet’. In de bocht moet steeds verder je hakken optillen – de hakken wijzen richting de afdaling en als je je hakken (en daarmee die kant van het snowboard) niet op zou tillen dan ‘happen’ ze in de sneeuw en ga je achterover.
De theorie snap ik, maar ik kan mijn lichaam er niet echt van overtuigen. Ik zet de bocht in, maar krijg het niet goed voorelkaar de hakken omhoog te krijgen en te houden. De snowboard hapt lekker in de sneeuw en ik ga achterover. De natuurlijke reflex is: handen naar achteren om de klap op te vangen, ook al heb je net geleerd dat dat niet zo zou moeten. De eerste val voel ik flink in mijn rechterduim. De tweede val mijn linkerduim. Drie maal is scheepsrecht; nu moet het goed gaan! Maar je raadt het al: weer achterover en weer de handen niet op mijn borst en nu gaat het echt fout: rechter pols flink verstuikt…
Ik vond het snowboarden eigenlijk wel leuk en zou het zo weer gaan doen. En ik denk dat ik de volgende keer wel beter oplet met het vallen, dit is flink hard aangekomen.