We hadden het gister al gezien, het zou vanmorgen gaan regenen. En inderdaad, een blik achter de gordijnen laat een nat raam en een nat Wenen zien. Op het programma staat vandaag een bezoek aan het Prater en dat vraagt natuurlijk wel om droog weer; we blijven lekker tutten in het hotel tot het in het begin van de middag droog wordt.
Met de metro op naar het Prater. De wolken breken, en al snel komt de blauwe lucht tevoorschijn. Maar het bezoek aan het Prater op zich valt erg tegen, het is er doodstil en het grootste deel van de attracties is gesloten. Degenen die wel open zijn liggen er doods bij, slechts een enkele keer zien we wat bewegen.
Ik had eigenlijk wel verwacht dat men iets leuks winters van het park zou maken, maar dat is dus niet zo.
In een restaurantje nemen we koffie met een gebakje, helaas weer een zaak waar gerookt mag worden. Eén bediende doet zijn best en loopt continu heen en weer om de aanwezige mensen van eten en drinken te voorzien; de andere bediende staat vooral met zijn peuk in zijn mond bij zijn asbak en blikje redbull. We hadden koffie besteld maar er verder niks bij gezegd in de verwachting dat we zwarte koffie zouden krijgen, het werd koffie met melk.
Bij het betalen krijgen we een rekening met alleen de gebakjes erop, terwijl we wel het bedrag inclusief de koffie moeten betalen; erg vreemd allemaal – zou het geld voor de koffie in een speciaal belastingvrij potje belanden? Ik weet het niet…
We lopen nog wat rond op het stille Prater en besluiten dan in het reuzenrad te gaan. Hier staan wel wat mensen, dat geeft toch een beetje gezelligheid. Met het zonnetje erbij wordt krijgen we toch nog een prachtig uitzicht over de stad en het pretpark.
In het reuzenrad kun je, als je dat wilt, genieten van een romantisch dinertje, in sommige gondels die aan het reuzenrad hangen staan stoelen en tafeltjes met wijnglazen erop; ook zit er een kachel in. Dat gaan we deze vakantie niet doen, maar het lijkt me wel erg grappig.
Eenmaal aan de grond nemen we een flinke mok glühwein – lekker want de temperatuur buiten begint aardig te dalen.
We gaan terug richting ons hotel met tramlijn 5. De tram die ons meeneemt is lekker ouderwets en voor ons zeer herkenbaar: deze oude trams worden (tijdelijk) in Utrecht ingezet op de lijn Utrecht – Nieuwegein.
Halverwege de trip richting hotel roept Vincent ‘Op 200 meter hiervandaan ligt een cache’. Dus snel uitgestapt en op zoek. Vincent vindt hem weer; ik zie dat er op een paar honderd meter nog een ligt en jawel, die vind ik – eindelijk! Met enige moeite krijg ik door met mijn koude handen onze namen op de logrol.
In de buurt zit ook een cafeetje – tijd voor een plasje en een biertje.
Enkele jaren geleden is in Oostenrijk geprobeerd de horeca rookvrij te krijgen; dat is niet gelukt – Oostenrijkers zijn zeer verstokte rokers en waren dus tegen het verbod. Er is wel een anti-rookwet maar die is nogal halfslachtig; in openbare ruimtes mag niet worden gerookt en in grotere restaurants moet een rookvrij gedeelte zijn, tenzij je aan kan tonen dat dat bouwtechnisch niet mogelijk is.
Het gevolg is dat in alle kroegen de asbak gewoon op tafel staat en dat restaurants vaak met een glazen wand in tweeën gehakt zijn. De ene keer lukt dat beter dan de andere keer, meestal ruik je in het rookvrije gedeelte toch nog wel het een en ander van wat achter de glazen wand vandaan komt. Zelfs de bar in een restaurant wordt hier en daar in tweeën gehakt, geen gezicht, niet effectief en niet praktisch.
Wat ben ik blij met het rookverbod in de horeca in Nederland, nu ontdek je weer hoe het stinkt in etablissementen waar roken toegestaan is.
’s Avonds gaan we met de metro naar de halte Herrengasse. Als we boven de grond komen blijken we in een buurt met prachtige grote gebouwen en smalle straatjes uitgekomen te zijn. In een restaurantje eten we wat; tot nu toe hebben we hier in Wenen nog niet een echt culinair hoogstandje gehad, maar het is verder wel prima te eten. Het barst hier in Wenen wel van de Italiaanse restaurants – een pizzeria op ongeveer elke straathoek, maar we hebben er nog geen gebruik van gemaakt.
Morgen nog één kans op iets bijzonders.