Dag 2 is een bijkom- en speeldag. Ofwel niet vroeg opstaan, rustig ergens in de stad ontbijten en dan aan de wandel voor Ingress en Pokemon. Uiteindelijk lopen we 18 kilometer, doen een banner bestaande uit 24 missies en eten een ijsje bij de Brandenburger Tor.
Vliegtechnisch kijken we ’s avonds op de kaart op zoek naar de volgende stop, met name een stop met brandstof – en dat valt niet mee. Daar lees je meer over in het verhaal over dag 3.
Vincent en ik spelen vrij fanatiek twee spellen: Ingress en Pokemon Go. Ingress is de voorloper van Pokemon, en één van de leuke dingen van Ingress is dat er regelmatig evenementen over de hele wereld georganiseerd worden. Dit jaar is ook een event in Warschau gepland, en wel op 28 en 29 juli. Toen we daar achter kwamen besloten we om daar naar toe te gaan en wel zelf-vliegend.
Ik ben al enige tijd geen eigenaar meer van de PH-MBW maar kan de kist nog wel huren. Dus de kist gereserveerd voor de zomervakantie – maar helaas werd het vliegtuig voortijdig doorverkocht.
Gelukkig kan ik ook vliegtuigen van vliegclub Hilversum huren, en dat dus gelijk geregeld voor deze vakantie.
Enkele jaren geleden hadden we flink pech met het weer toen we naar Engeland wilden vliegen – het weer was in Nederland te slecht om te vertrekken, daar is in deze zomer geen sprake van. Het is wel spannend in Polen, daar zijn veel onweersbuien. Als alternatief houden we Marseille achter de hand, ook daar is in hetzelfde weekeinde een Ingress event.
Het ziet er in Polen goed genoeg uit; dinsdag 24 juli gaan we inderdaad onderweg. Het event is zaterdag en zondag, dus we hebben 4 dagen de tijd om er te komen.
Verschillende plannen over de heenreis zijn de revue gepasseerd, maar uiteindelijk hebben we besloten om dinsdag naar Berlijn te vliegen, daar twee nachten te blijven, en donderdag Polen in. Op de eerste dag zijn 3 vluchten gepland, eerst naar Ganderkesee Atlas Airfield, dan Airport Kiel en vervolgens naar Flugplatz Strausberg.
Hilversum – Ganderkesee
Rond half elf arriveren we op Hilversum. Zo snel mogelijk een vliegplan indienen want dat moet je een uur voor de start van de vlucht doen. Dan hebben we nog een uur om alle bagage in de kist te laden en de tanks in de vleugels vol te gooien. We gaan met de PH-SKC, een Cessna met long range tanks, ofwel je kunt ruim vijf uur vliegen zonder bij te hoeven tanken.
Ons vervoermiddel op een zeer bruin Hilversum.
Kwart voor twaalf hangen we in de lucht. Het is vreselijk turbulent, het is erg lastig om op hoogte te blijven. Ik had in Duitsland met Bremen Info afgesproken dat ik op 2800 voet zou blijven, maar dat was bijna niet te doen. Als je even niet oplette was je zo 300 voet hoger of lager. Vincent werd er zelfs een beetje ziek van.
Kwart over één staan we dan op Ganderkesee – kunnen we een beetje bijkomen. Het is er ruim boven de dertig graden, en dat merk je pas echt als je de motor, en dus de ventilator voor op het vliegtuig, uit zet. Zweten dus.
Ganderkesee – ons vliegtuig staat wat verderop.
We eten wat op het terras van het restaurant van het veld, dat doet Vincent gelukkig goed en heeft bij de volgende vluchten geen klachten meer – ter compensatie heb ik de volgende vlucht een beetje last van mijn maag.
Ganderkesee – Kiel
Volgende stop is Kiel, een kustplaats in de noordelijke punt van Duitsland in de buurt van Denemarken. Volgens een van de kommentaren van collega-piloten die daar een keer geweest zijn heb je daar een prachtige aanvliegroute over de zee. Klinkt leuk dus gewoon doen.
Kwart over twee vertrekken we en na weer een zeer termiek-rijke vlucht komen we om half vier aan in Kiel. De approach over zee was inderdaad erg leuk.
Links midden de gele streep – dat is de landingsbaan. We vliegen eerst over de zee, dan links af richting het veld.
Het is een zeer lange baan die bovendien bol is, eerst een stukje omhoog daarna naar beneden. Na een flink eind taxiën eindelijk linksaf de baan af. We mogen vlak voor de toren parkeren omdat we niet lang blijven. Even afrekenen, wat drinken bij het restaurant en weer weg. Althans dat was de bedoeling. Afrekenen lukt wel maar het restaurant is dicht. Nou ja, gelukkig hebben we water en koekjes bij ons.
De toren van Kiel.
Volgens Skydemon gaat het veld Strausberg om 18:00 dicht, het is ruim anderhalf uur vliegen dus we willen snel weer weg. Ik bel Strausberg voor de zekerheid even op om te melden dat we komen en verwachten net voor 6 uur binnen te zijn. Blijken ze tot 8 uur open te zijn, die 18:00 in Skydemon is kennelijk UTC, dat geef je aan met een Z aan het eind maar die waren ze blijkbaar vergeten. Het veld gaat dus 18:00Z dicht. Nou ja, deste beter, geen haast meer.
Kiel – Strausberg
Om kwart over vier taxiën we naar het begin van de baan. Er landen nog een paar vliegtuigen voor ons, en ik rij na de laatste de baan op. Maar omdat de baan bol is kan niet zien of de gelande vliegtuigen de baan verlaten hebben! Gelukkig heeft de toren dat door en meldt ’takeoff at your own discretion’ – daarbij impliciet aangevend dat de baan vrij is.
Dit derde been van de dag is het gelukkig niet zo thermisch meer, de vlucht verloopt soepel en rustig, kwart over zes zijn we er. Behalve dan dat we de afgelopen vluchten meer brandstof verbruikt hebben dan verwacht. De meters staan erg laag, na het landen meet ik nog maar even hoeveel brandstof we over hebben – er was nog een klein uur over. Binnen de marges dus, maar het voelde toch niet fijn.
Ik beloof dat we gaan lachen op de volgende foto in het vliegtuig.
De kist kan hier twee nachten in de hangar staan, dat is fijn. En bij de ontvangsthal is men erg vriendelijk, we kunnen ter plekke een treinkaartje richting Berlijn krijgen, en we kunnen per shuttle bus naar het station gebracht worden. Vincent zoekt ondertussen via booking.com een hotel, en daarna laten we ons naar het station brengen. Wat een luxe allemaal – donderdag weet ik wat dat allemaal gaat kosten…
De SKC slaapt twee nachten in deze hangar.
Er is bier op het vliegveld!
In de buurt van het hotel een schnitzel naar binnen werken, wat halve liters bier wegwerken om het vochtverlies aan te vullen en daarna lekker slapen.
Het einde van de vakantie nadert, vandaag is de laatste dag in Tokyo. Wat te doen?
Het wordt een bezoek aan het Sumo museum, kijken bij het centraal station, een Ingress banner lopen en een bezoek aan een dure winkelstraat.
Sumo museum
Dat plan wordt al snel de grond in geboord, het museum is vandaag zonder opgaaf van reden gesloten.
Het centraal station
Het centraal station is een relatief oud gebouw, het valt een beetje uit de toon vergeleken bij de rest van de gebouwen.
Het sporenplan in en rond Tokyo. Bij elk station staat hoeveel yen het kost om er te komen. Je koopt dus niet een kaartje voor een bestemming maar een kaartje met een waarde. Met het kaartje kun je door poortjes lopen bij vertrek en bij aankomst, en als het bij aankomst klopt mag je door lopen. Klopt niet het dan slaat het poortje voor je dicht (ze staan in het algemeen open) en kun je bij een andere automaat je kaartje kloppend maken voor je rit.
Ingress banner lopen
We gaan een banner lopen in een stukje van het park bij het paleis. Een banner lopen in Ingress termen betekent een veelvoud van zes missies, en een missie bestaat uit een aantal portals. Een portal is een locatie in de echte wereld, bijvoorbeeld een beeld, brug, gebouw of ander kenmerkend iets. We gaan dus een aantal kenmerkende punten in het noordelijke bos van het paleis bezoeken. We zijn ten westen van het terrein van het paleis, het noordelijke punt ligt maar liefst 2.5 kilometer verderop, dat geeft wel enig gevoel voor de grootte van het terrein. We nemen de metro en lopen daar vandaan de banner.
Resultaat van de Ninja banner in Ingress.
McDonald’s
Ik had nog de wens een BigMac te eten hier in Japan, en dit is het moment. De grote vraag is: smaakt de BigMac hier hetzelfde als in Nederland. Het antwoord is: JA. Een klein verschil is dat je hier geen frietsaus maar ketchup bij de frietjes krijgt. En ze hebben als McShake de smaak perzik. Nieuw is dat je nu ook groene thee bij McDonald’s kunt krijgen.
De dure winkelstraat
Inderdaad veel erg duur uitziende winkels:
De 300¥ bar
We zijn na deze shop ervaring toe aan een biertje. Dat valt (uiteraard) tegen in zo’n dure winkelstraat, dus we zoeken het een paar straten verderop. Daar komen we een 300¥ (300 yen, 2.40€) bar tegen. Alles in deze bar kost dus 2 euro 40, of je nou een biertje, cocktail, een mini-pizza of wat anders bestelt. We ontmoeten er een Amerikaan die hier in Tokyo woont. Leuk om wat typische Japanse gebruiken door te spreken. Het blijkt dat wij ondertussen veel al wel hebben meegemaakt; het meeste heb ik de afgelopen vakantie al eens beschreven.
Noodle Restaurant
Het laatste avondmaal wordt een noodle soep met tempura, Niet de beste maaltijd van de vakantie maar wel lekker en in ieder geval Japans.
En de laatste nacht in onze gevangenis. Uh, hotel.
Op het programma staat een bezoek aan het Nationaal Museum, en bootje varen naar een eiland bij de haven van Tokyo. Als onverwachte toegift kwam daar een reuzenrad bij die op dat eiland bleek te staan, en ’s avonds nog een bezoek aan de Skytree, een enorme hoge toren met een prachtig uitzicht over de stad.
Tussendoor hebben we sushi gegeten.
Hieronder vooral een fotoverslag met hier en daar wat tekst erbij.
Nationaal museum
In het nationaal museum hebben vooral gekeken naar de algemene geschiedenis van Japan, hierbij een fotoimpressie.
Voor dit zwaard stond men (en wij) in de rij. Geen idee waarom.
Dit vond ik nou een museumstuk.
Boottocht
Hieronder een fotoimpressie van de boottocht.
Links op de bovenstaande foto staat de Skytree waar we ’s avonds naar toe gaan.
Erasmus brug?
Deze enorme brug,de Rainbow Bridge, verbindt het vasteland met het eiland waar we naar toe geweest zijn.
Links op de foto staat het reuzenrad.
Er was ook bier aan boord.
Reuzenrad
Om bij het reuzenrad te komen nemen we een zelfstandig rijdende tram, er is dus geen bestuurder aan boord. Het brengt ons via de Rainbow Bridge naar het eiland en reuzenrad. We hadden voor vandaag een one-day metro pass gekocht, maar die was (uiteraard) niet geldig voor deze lijn. Naja, pech.
Voorstelling in een nieuw winkelcentrum
We gaan terug naar de plek waar de boot ons afgezet heeft en lopen daar wat rond. We komen in een nieuw winkelcentrum terecht waar schoolidols-voorstellingen zijn met zang en dans. Het allerleukste was het publiek dat de liedjes en bijbehorende dansjes kennelijk erg goed kende en meedeed. Dat was vermakelijker dan de voorstelling zelf.
Sushi eten
We gaan een keer echt Japans sushi eten, dat stond nog op het programma. We reizen terug naar de plek waar de boot vertrok omdat het er daar wel gezellig uit zag. En daar vinden we inderdaad zoals gehoopt een Sushi Go-Around. Je zit aan de bar waarop een lopende band staat met daarop schoteltjes met sushi. Als je wat lekkers ziet pak je het schoteltje van de band. De kleur van de schotel geeft aan hoe duur de sushi is; je bewaart je schoteltjes want dat bepaalt wat je straks moet betalen.
Er staat soja bij je op tafel, in Nederland ben je gewend dat er ook wasabi bij staat dat je door de soja saus heen mengt. Bij ons stond er een doosje groene poeder, dat zal dan wel wasabi zijn. Vincent doet wat in zijn saus, zegt de vrouw naast mij ’that is green tea’. Nee hè! Nou snap ik ook waarom er overal heetwater tappunten aan de bar zitten.
Skytree
Na het eten lopen we nog een stukje rond en zien we de hoge toren staan. Zullen we er naar toe gaan? Even googlen of hij nog wel open is. Ja, nog anderhalf uur, gaat lukken. De toren heeft twee verdiepingen, een op 350 en een op 450 meter, we kopen een kaartje voor beide. Omdat we buitenlanders zijn mogen we in de fast lane, en binnen de kortste keren staan we op 350 meter. We zijn ook naar 450 meter geweest maar dat had eigenlijk niet zoveel toegevoegde waarde.
Het blijft een gedoe na een nacht slapen op de grond. Hoe kom ik overeind? Gelukkig hangt er geen camera die laat zien hoe de twee oude mannen dat doen.
In en rond Kamakura vind je vele tempels. We hoeven ze beslist niet allemaal te zien, ik kies er een uit die op loopafstand is en het bezichtigen waard moet zijn.
Maar eerst ontbijt in een restaurantje in de buurt van het hotel. Helaas zijn we te snel ergens gaan zitten, we hadden beter eerst even op de kaart kunnen kijken want er staan alleen westerse dingen op en ik vind het juist zo leuk om Japans te ontbijten. Maar ik heb me hier wel kunnen verbazen over de koffie. Keuze uit drie mogelijkheden: blended koffie, American koffie en German koffie. Huh? Sinds wanneer staan Duitsers bekend om hun koffie? Amerikaans is over het algemeen slap, dus doe maar blended. Wat dat ook moge zijn.
Tempels in Kamakura
We gaan naar de Kenchō-ji, een tempel net buiten Kamakura. Onderweg komen we eerst langs een andere tempel nog net in het dorpje, namelijk Tsurugaoka Hachiman-gú.
Plaatje uit Rough Guide; ons hotel ligt aan de linkerkant tegen het station aan.
Om half elf gaan we onderweg, en het is vreselijk druk in het stadje, geen idee waarom.
Ook bij de eerste tempel, de Tsurugaoka Hachiman-gú, is het druk. De gebruiken bij deze tempel zijn duidelijk anders dan andere tempels die we bezocht hebben, hier vind je bijvoorbeeld geen boeddhabeelden terug, hier gooit men geld in een grote bak (daar schijn je rijk van te worden als je dat doet), doet men een buiging, klap je één keer in je handen en dan nog een keer buigen.
Op naar het eigenlijke doel, de Kenchō-ji tempel. Onderweg zien we een file richting Kamakura staan, er is blijkbaar wat bijzonders te doen.
De Kenchō-ji tempel is een verademing in vergelijking met de vorige tempel. Het is een prachtig groot terrein, mooi onderhouden, en keurige tempels. Het is gebouwd rond 1250 en behoort tot de grootste vijf Zen tempels. Het is het oudste klooster waar Zen training wordt gegeven, een keer per week worden hier nog openbare lessen gegeven.
Kenchō-ji bestaat uit 7 grote gebouwen en maar liefst 49 sub-tempels.
Zen leslokaal
Tuintje achter het lokaal.
Na dit bezoek lopen we door richting het volgende treinstation, trakteren we onszelf op koffie en gebak, en rijden we terug naar Kamakura.
Reis naar Tokyo
En dan is het tijd voor de laatste treinreis naar onze eindbestemming Tokyo. Geen hogesnelheidstrein meer, maar met overvolle lokale treinen – zelfs op zaterdag.
Na enkele overstappen zijn we bij ons treinstation in Tokyo en is het nog enkele minuten lopen naar het hotel.
Vandaag gaat ook onze Japan Rail Pass met pensioen, dat is geen toeval, dat is precies uitgekiend. Veertien dagen geleden is hij ingegaan voor onze eerste reis van Fukuoka naar Beppu.
De andere kant van het spoor
De buurt waar ons hotel ligt is niet al te bijzonder. Op ongeveer een kilometer van het hotel aan de andere kant van het spoor bij station Ueno ligt een groot park waar een en ander te doen is. Het nationaal museum en een dierentuin liggen bijvoorbeeld aan dit park. Op een open terrein is een festival gaande ter ere van de vriendschap met Pakistan. Ook is er een meertje dat je nauwelijks kan herkennen als meer, het is vol gegroeid met planten. Leuk plekje voor een drankje.
In de buurt van ons hotel
In de buurt van station Ueno.
Shinjuku
We hebben voor vanavond een sauna uitgezocht in de wijk Shinjuku, maar liefst 12 treinhaltes (!) verderop. Tokyo is echt immens groot. Die buurt ziet er heel anders uit.
Vincent ontdekt weer een prima restaurant, Vincent kiest een vleesgerecht, ik ga voor de vis.