Leve de pijnstillers!
Voor vertrek heb ik twee pijnstillers genomen in de hoop dat de tocht van vandaag, die erg naar beneden gaat, te doen zou zijn. En dat bleek het geval te zijn.
Vincent is eerst nog even met de gids Robin en drager Bubarish een stukje naar boven gelopen in de hoop de Mount Everest te zien, maar helaas die was niet zichtbaar. Vervolgens dus de afdaling, en vijf en een half uur later waren we op onze bestemming: Green Villige House waar we ook de eerste nacht doorgebracht hebben. Onderweg ben ik redelijk verbrand zonder dat ik het door had, mogelijk door de pijnstillers. In het laatste uur tilde ik mijn voeten niet meer genoeg op zodat ik vaak bleef haken achter stenen, ook dat wijt ik aan de pijnstillers – ongemerkt ben ik over grenzen heen gegaan.
De mensen hier in de bergen zijn ontzettend aardig, kijken je vriendelijk aan en groeten je altijd terug. Het is hier een zwaar leven, om zes uur begint men te werken en dat kan tot 6 of 7 uur ’s avonds doorgaan. Her en de zie je mannen de hele dag rotsblokken bikken om ze mooi vierkant te maken om een huis mee te kunnen bouwen. De was doe je vooroverstaand in een teiltje en met een borstel, vaak mij een openbare kraan. Daar was je je haar ook. Water kook je op een houtgrestookt vuurtje. Veel eten verbouwt men zelf, het is te duur om alles in te laten vliegen via Lukla, en vervolgens te laten sjouwen. Het leuke is wel dat als je eten met groente bestelt, iemand eerst naar buiten loopt en vervolgens de groente uit de tuin haalt.
En sjouwen, sjouwen, sjouwen.